Bijna vijf jaar geleden liep ik met 3 medecursisten en de cursusleider bij een expositie van Anton Corbijn in FOAM. Wanneer hangt hier werk van jullie, vroeg Hans Reitzema, de cursusleider. Ja, grappig, vonden we allemaal, maar ik begon er toch over na te denken. Eigenlijk wilde ik dat wel, dat mijn werk daar zou komen te hangen. Ik besloot mezelf vijf jaar te geven.

Een jaar later zat ik bij een huiskamerlezing. Marcel van Driel had het over ‘Waanzinnige plannen’. Ik sprak nog een keer uit dat ik met mijn foto’s bij FOAM (of vergelijkbaar) wilde hangen. Nu had ik nog vier jaar. En ik was mij ervan bewust dat ik nog geen foto’s maakte die ervoor in aanmerking zouden komen. Vandaar dat ik er wat tijd voor uittrok.

Ik weet niet wat de criteria zijn om in een museum te komen hangen. Ik lees over aanstormende talenten naast gevestigde namen. Meestal worden jonge fotografen bedoeld met aanstormende talenten. Kun je op je 54ste nog een aanstormend talent zijn? Ik denk eigenlijk van wel. Nou ja, misschien niet stormend, meer wandelend. Een aanwandelend talent.

En over dat talent zullen anderen moeten oordelen. Het laatste anderhalf jaar heb ik foto’s gemaakt die, naar mijn mening, beter zijn dan het werk dat ik daarvoor heb gemaakt. En met dat werk ga ik proberen meer gezien te worden als fotograaf. De vijf jaar zijn bijna om, dus het wordt tijd om actie te ondernemen. Er is natuurlijk het één en ander gebeurd in mijn leven, de afgelopen jaren, maar dat is geen reden om er nu van af te zien. Juist niet, denk ik zelfs. Het heeft mij geholpen beter te worden.

Vorige week liep ik op de Unseen Photofair in Amsterdam. Een expositie van foto’s maar dan niet gecureerd door een museum, maar meegenomen door diverse galeries van over de hele wereld. De plek was al mooi, de gashouder op het terrein van de Westergasfabriek. En er hingen ook mooie, interessante, goede en tot nadenken stemmende foto’s. En als ik daar loop dan ga ik toch vergelijken. Is mijn werk vergelijkbaar met wat hier hangt, of komt het niet in de buurt. Het blijft lastig om je eigen foto’s te beoordelen. Ik heb ook eigenlijk twee series met een verhaal. En een serie is misschien niet wat een galerie zoekt. Maar de foto bovenaan deze pagina lijkt zomaar tussen de tentoongestelde foto’s te passen.

Dat dacht ik vooral toen ik twee foto’s tegenkwam waar ik niets mee kon. Ik heb veel goede wil, wat foto’s betreft, maar deze twee, ik weet het niet. Het zou kunnen dat de diepere betekenis mij ontgaat, dat ik niet genoeg kennis heb om ze te kunnen beoordelen. Maar wat ik zie zijn gewoon twee doorsnee natuurfoto’s. Technisch goede foto’s, daar niet van, maar niets bijzonders en niet wat ik in een galerie zou verwachten. De foto’s op de foto hieronder zijn van Ralf Peters

unseen

 

En ik zit maar in mijn hoofd met de woorden van de laatste spreker op Talks About Photography. Hij vertelde over de werken die hem aangeboden werden in zijn galerie en dat die soms, misschien wel vaak, niet zo interessant voor hem zijn om te verkopen. Dan zei hij rustig tegen de fotograaf: ‘Dit is prima geschikt om bij u thuis boven de bank te hangen, maar het is niet iets wat ik in de galerie kan verkopen’. En ik vraag mij af wat de galeriehouder, waar ik deze natuurfoto’s zag, heeft doen besluiten deze foto’s te gaan verkopen en niets heeft gezegd over ‘bovendebankfoto’s’.

In ieder geval werd ik door deze twee foto’s extra gemotiveerd om mijn werk verder onder de aandacht te gaan brengen.

Bovendien heb ik al een foto boven de bank.