Credits foto hierboven: Kim Verhoef

Cécile, een goede vriendin van mij, en ik, staan ergens bij een bushalte met zicht op een enorme bioscoop. Verder is er niets, behalve de A2, een stukje verderop. We zijn eerst al bij een ander bushokje geweest dat niet meer is dan dat, een bushokje zonder halte. Er zat een meneer in te lezen. Hij vroeg ons waar we heen wilden en wees ons de halte, iets verderop. ‘Mooi beeld’, dacht ik, ‘die meneer in dat hokje, die volkomen op zijn gemak, zit te lezen in the middle of nowhere.’ Maar ik had geen zin om mijn camera te pakken, mijn hoofd was gevuld met een verhaal dat ik straks op een podium moest gaan vertellen. Foto’s komen daarna wel weer.

Niet voorspelde regen valt op ons neer. Maar de halte is vlakbij. Cécile is zenuwachtig. Ze vraagt steeds of het wel naar mijn zin gaat en of ik niet vind dat ik te laat zal arriveren bij het theater. Het is half tien en om een uur of vier moet ik spreken. Dus die stress voel ik niet zo. Maar Cécile had dit plan bedacht. Een P+R terrein aan de rand van Utrecht, een bus naar het centrum, en 3 minuten lopen naar ‘de Kikker’, en ze vraagt zich af of dit allemaal goed zal gaan. We moeten natuurlijk niet om vier uur binnen zijn maar om half elf. Maar ook dat redden we makkelijk. Ze heeft het juist heel goed geregeld. Dat we de parkeerplaats niet konden vinden, en eigenlijk toevallig tegenkwamen, daargelaten.

Op het moment dat we aan de koffie zitten in de lounge, bedenk ik dat het nog zes uur duurt voor ik op moet. Veertien sprekers en ik moet als één na laatste. Dat had niet mijn voorkeur maar iemand moet natuurlijk als één na laatste.

Ondanks alle voorbereidingstijd was ik er pas de laatste drie weken serieus mee bezig. Wel tussendoor nog wat inspiratie opgedaan bij Marieke van Dam, een vriendin die afgelopen vrijdag in Paleis het Loo een TEDx talk moest houden. Ze vroeg een maandje geleden wat mensen om haar verhaal alvast even aan te horen om feedback te geven. Het leek mij wel nuttig en Marca, de organisator van TAP2016, was daar toevallig ook. Het was een leuke middag en inderdaad nuttig. Hoewel Marieke haar verhaal nog niet klaar had, was het wel mooi om het proces daar naar toe te zien en te bespreken.

Ik vond het heel stoer dat ze zich voor zo’n klein groepje mensen bloot durfde te geven. Ik ging nog liever voor die zaal staan. Mijzelf kwetsbaar opstellen heeft grenzen.

Dus ik schreef een verhaal en las het hardop voor, hier aan de keukentafel. Dat klinkt makkelijker dan het is. Het koste mij moeite om, zomaar in mijn eentje, hardop te gaan zitten praten. Maar ja, ik moest het in die zaal toch ook echt hardop doen. Het verhaal duurde ruim vijftien minuten. Ik had tien tot vijftien minuten spreektijd.

Ik googlede naar hoeveel woorden je nodig had voor tien minuten. Rond de dertienhonderd. Ok, ik had er tweeduizend. Een hoop geschrap volgde in de tijd erna.

Pas afgelopen woensdag was de tekst echt naar mijn zin. Zijpaden hadden de laatste versie niet gehaald en dit was het verhaal dat ik zou gaan vertellen. Toen ging ik het uit mijn hoofd leren. Ik schreef een blog over het feit dat ik iets, dat al goed in mijn hoofd zit, op ging schrijven en weer uit mijn hoofd ging leren. Dat als ik mijzelf een paar vragen stelde ik ook dat verhaal zou kunnen vertellen. Maar een dag later kwam ik daar al op terug. Dat lukte gewoon niet. Het moest eerst op papier.

Waarom wilde ik het uit mijn hoofd kunnen? Dat legde ik mijzelf op! Pas dan zou het goed zijn. Zo doen alle goede sprekers het (dacht ik in ieder geval). Voorbijgaand aan het feit dat ik dit voor de eerste keer zou doen. Maar het lukte, uiteindelijk kon ik het verhaal, met af en toe even nadenken, uit mijn hoofd vertellen (thuis in ieder geval). Top.

Om half elf begint het. We nemen plaats in de zaal. Marca neemt het woord en opent de dag. Daarna neemt Marije ter Weele het over. Zij kondigt alle sprekers aan gedurende de dag. Zij is ook fotograaf/visual artist. Dat is ook het leuke van Marca, ze vraagt allemaal mensen uit de fotografiewereld. Ook Laurie de Jong die aan het begin van het tweede blok een liedje zingt over ‘Old Photograph’s’, is fotograaf.

De dag gaat snel voorbij. Die zes uur die ik nog had, lijken er maar vier. Als het laatste blok sprekers begint, begint mijn hart sneller te kloppen. Straks moet ik.

Eerst spreekt Petra van Vliet, over hoe zij een bedrijf heeft gebouwd uit het portretteren van mensen én het ervoor zorgen dat die mensen zich prettig voelen voor de camera. De Powershoots. Daarna is Bas van Beek, van Hollandse Hoogte, die vertelt over het belang, voor fotografen, van beeldbanken.

Het valt mij op dat hij alles van papier doet. Dat opent mij de ogen. Het hoeft helemaal niet uit je hoofd. Ik kan mijzelf soms aardig dwars zitten met die zelf opgelegde dingen. Dus ik besluit om mijn verhaal er gewoon bij te houden en te kijken hoe het gaat. Even later is het zover, ik mag het podium op. Microfoon goed bij mijn mond houden, dat heb ik ondertussen geleerd van een dag lang kijken en luisteren. Het is een onwerkelijk gevoel daar te staan. Een zaal vol silhouetten voor mij. Ik had mijn leesbril op dus dat helpt ook niet met scherp in de verte kijken. Ik begon met mijn verhaal.

Ik kijk op papier en omdat de woorden toch ook in mijn hoofd zitten, kan ik regelmatig even naar de zaal kijken en doorpraten. Deze manier is prettig. De houvast van het verhaal op papier. Het voelt hier toch even anders dan thuis namelijk. Ik ben eigenlijk niet echt zenuwachtig om het podium op te gaan maar meer om mijn tekst te vergeten. Vreemd genoeg heb ik de laatste twee jaar vier keer gesproken, waarvan drie keer voor een twee keer zo groot publiek. En ik zeg vreemd genoeg omdat het drie keer bij een crematie was en één keer bij een herdenking. Niet de leukste plekken om te spreken maar ik leerde daar wel dat ik het kon. Dus daarom was ik daar niet zo bang voor.

Ik druk op tijd op het knopje voor de presentatie, zodat iedere tekst of foto op tijd verschijnt. Ook een hele opgave hoor. Thuis was het nog maar één keer gelukt. Dan was ik klaar met mijn verhaal terwijl dia drie, van de tien dia’s, voor stond.

De tijd is zo voorbij, ik heb geen enkele erg in de fotografendames en de videomeneer, die mij vastleggen. Het lijkt een beetje alsof ik daar sta, terwijl iemand anders ervoor zorgt dat de woorden uit mijn mond komen. Een aparte ervaring.

En dan klinkt er een applaus en zit ik even later alweer op mijn stoel. De volgende spreker begint.

Na afloop komt er een dame op mij af en vraagt of die ene geprinte foto onder het projectiescherm van mij is. Dat is zo. Ze kwam even vertellen dat ze hem heel erg mooi vindt. Leuk dat ze die moeite even nam. Eén van de sponsoren van deze dag, Jan R. Smit heeft de sprekers gevraagd of ze een foto van hun werk of zichzelf in wilden leveren en dan zou hij die uitprinten en rondom het projectiedoek ophangen. Het zag er mooi uit. En het toffe was dat we na afloop de print meekregen.

En toen ik de zaal verliet met mijn print, kwam er een ander dame naar mij toe die mij staande hield. Ze vertelde mij dat ze zo geraakt was door mijn verhaal. Vooral ook omdat ze zelf ook ziek was geweest (het verhaal ging gedeeltelijk over mijn vriendin die borstkanker heeft gehad, zie verhaal hieronder). Ik vind het iedere keer weer bijzonder en mooi ook dat ik mensen kan raken met dingen die ik doe. Bedankt dat je naar mij toe kwam.

Cécile en ik drinken nog wat en praten even na met twee andere sprekers. Daarna zoeken we de auto weer op en rijden naar Koedijk. Ik moet even rustig laten bezinken dat ik daar voor die volle zaal heb staan praten. Het was een spannende, maar toch vooral ook mooie dag.

De volgende dag krijg ik een mailtje van Cécile. ‘Je wordt genoemd!’, schrijft ze. Dank je Toeps, voor wat je schrijft.

Ronald.

 

De tekst van mijn verhaal vind je hieronder.

Stil

Het bed went
ruim een week
in de kamer.

Jou zien went niet
in de kamer
in het bed
ruim een week.

Slechter gaat het
steeds slechter
iedere dag van
die week.

Liggen in bed
zitten op de rand
voor wat water
dat is jouw wereld
sinds een dag.

Maar hoe is de
wereld voor jou
van binnen
in dat bed
in deze kamer.

Ik hoop dat
als het einde komt
je in een ander bed
in een andere kamer
weer wakker wordt
zo mooi en vrij
als ik je altijd
zal blijven zien.

 

Dit is Marieke, mijn vriendin. In 2007 kreeg zij borstkanker. Ze onderging twee operaties en moest een borst missen. Ze kreeg vijf chemokuren en vier jaar medicijnen. Voor de zekerheid. Maar er was geen zekerheid. In 2014 had ze opnieuw borstkanker en erger dit keer. Ze had uitzaaiingen in haar wervelkolom, haar ribben en in haar lever. Maar onze wereld stortte in.

Een rare periode brak aan. Allereerst moet je het mensen gaan vertellen. Vertel maar eens aan je moeder dat je voor de tweede keer borstkanker hebt. Dat je misschien wel binnen een paar jaar niet meer leeft. Dat is moeilijk.

En het dagenlange wachten op uitslagen is minstens zo zwaar. Want je krijgt te horen of je nog wat verder mag leven of dat je binnenkort dood gaat. Daar gaat het om, leven en dood. In het begin greep de angst Marieke bij de keel maar na een tijdje werd ze rustiger. Ze begreep dat ze nooit meer voor de klas zou staan. Dat vond ze eerst moeilijk maar later vond ze het ook wel prettig om nu rust te hebben, na ruim twintig jaar alles te hebben gegeven voor de school en haar leerlingen.

Ondertussen kwam ik bijna niet aan werken toe. In 2012 was ik voor mijzelf begonnen als fotograaf en nu zorgde ik voor mijn zieke vriendin. En dat was genoeg, veel meer kon er niet bij. Wat ik wel deed was gedichtjes schrijven. Over hoe ik mij voelde. En ik maakte er foto’s bij.

Deze foto laat zien hoe Marieke er gedurende het grootste deel van haar ziekte uitzag. Gewoon als zichzelf, alleen vaak een stuk vermoeider dan hier. Maar van binnen gebeurde er van alles. Als ze alleen maar nieste, kon ze een rib breken. Ze werd steeds kortademiger door vocht achter haar longen, wat gelukkig weer afgetapt kon worden. Anderhalf tot twee liter per keer.

Eind maart 2015 ging het slechter met Marieke. Haar buik zwol op en er zat een harde plek in. De remedie was chemotherapie. Marieke had vorige keer gezegd dat ze nooit meer aan de chemo zou gaan maar nu ze er weer voor stond wilde ze toch liever haar leven wat verlengen, als dat nog kon.

Maar dat kon niet meer. De chemo was te ingrijpend en na twee keer besloot Marieke er weer mee te stoppen. Alles viel haar te zwaar. Ze besloot daarmee in feite ook dat ze dood zou gaan. Ze sliep ondertussen in de kamer, omdat ze de trap niet meer op kon. Per dag ging het slechter met haar. Op zondagavond 26 april 2015 schreef ik het gedicht dat ik net voorlas en op dinsdag 28 april, heel vroeg in de ochtend, overleed zij rustig. Haar leven stopte terwijl er voor mij een nieuw leven begon. Een leven zonder Marieke.

Meteen de eerste dag al, een hele hectische dag, dacht ik bij alles wat er gebeurde: straks even aan Mariek vertellen. Dat kon natuurlijk niet maar ik dacht het toch. Dus als ik ’s avonds alleen bij haar zat, schreef ik alles van die dag op en las ik haar stukjes voor. Ik begreep al snel dat ik hier niet zomaar mee klaar was, dat er nog heel veel te vertellen zou zijn. Ik zette een website in elkaar en noemde die “Brieven aan Mariek”.

Die brieven bleken belangrijk. Voor mij, omdat ik de pijn en de rouw onder woorden kon brengen voor mijzelf. Bovendien konden de mensen in mijn omgeving goed op de hoogte blijven van hoe het met mij ging, zonder dat ik dat steeds opnieuw moest vertellen. En ik kreeg steeds meer reacties waaruit bleek dat ik ook de gevoelens van andere mensen onder woorden bracht. Mensen herkenden zich in wat ik vertelde.

Zoals ik schreef in de brieven, zo wilde ik eigenlijk ook fotograferen. Open, persoonlijk en kwetsbaar. Foto’s maken die er toe doen. Ik was eerder dit jaar toe aan nr. 3 van mijn eigen online magazine en ik besloot dat het over kwetsbaarheid zou gaan. Omdat ik mij kwetsbaar opstelde in de brieven, omdat ik kwetsbaar was en omdat ik merkte dat mensen wel wilden lezen over kwetsbaarheid maar zichzelf liever niet kwetsbaar lieten zien.Daarom wilde ik proberen een aantal mensen voor mijn camera te krijgen die zich wel in al hun kwetsbaarheid wilden laten fotograferen.. Leuk bedacht natuurlijk maar hoe kwam ik aan die mensen? Ik dacht er niet te lang over na en voor er allerlei beren op de weg lagen, plaatste ik een oproep op mijn website. Ik zette er een verwijzing bij naar de brieven aan Mariek, zodat de mensen een indruk konden krijgen van mij.

Ik zette een linkje op Facebook en tot mijn verassing had ik drie dagen later meer dan dertig aanmeldingen binnen. Het bericht was veel gedeeld en een aantal mensen had er een aanbeveling bijgeschreven. Die aanbevelingen en de brieven hielpen om mensen vertrouwen te geven in het project en in mij.

Ik vijf weken tijd fotografeerde ik iedereen. Maar de foto’s bleken niet eens het belangrijkste te zijn. Ik had met bijna iedereen mooie gesprekken. Ontroerend soms zelfs. Die gesprekken brachten mij ertoe om ook een tekstje te schrijven bij de foto’s. Zo kon ik de kijker een beetje sturen in waar hij of zij naar keek.

Half juli had ik alles samengevoegd in een tijdschrift en zette ik het blad online. Ook nu werd er weer veel gedeeld en de reacties waren positief. Ik zelf raakte weer een beetje in een zwart gat. Allemaal leuk en aardig maar hoe helpt dit mij om goed betaald te gaan worden als fotograaf? Antwoorden dienden zich aan. Marca had een aantal van de brieven gelezen en de oproep gezien en op basis daarvan vroeg ze mij hier te komen spreken. Dat was al een flinke stap.

En twee weken terug maakte ik, via een reclamebureau, een aantal portretten voor een organisatie die een landelijk campagne gaat beginnen. Die organisatie koos voor mij nadat ze de foto’s van het project hadden gezien.

Het is mooi om te merken dat het lijkt te lukken om met een eigen project de basis te leggen voor meer klanten. Ook al voelt alles heel dubbel. Ik sta hier omdat Marieke is overleden. Anders had ik waarschijnlijk niet gemaakt wat ik nu gemaakt heb. En ik zou alles zo weer inleveren om Marieke terug te krijgen. Maar ik ben ook trots dat ik die foto’s wel gemaakt heb. Dat is verwarrend, maar Marieke komt niet terug, daar ben ik ondertussen wel achter, dus ik probeer toch maar te genieten van hoe het nu gaat.

 

EvenBEELD magazine vind je hier.

Brieven aan Mariek

Marieke’s eigen weblog dat ze bijhield tijdens het jaar dat ze ziek was

Credits foto hierboven: Joyce ter Weele