De nieuwe fiets

Ik loop naar de bushalte, tien minuten verderop. Ik ben hier in Koedijk nog nooit in een bus gestapt. Niet nodig eigenlijk. Maar nu ga ik mijn nieuwe fiets ophalen. Het is geen mooi weer, maar met de auto vind ik een beetje kinderachtig. De fietsdrager heb ik bovendien uitgeleend. Maar deze fiets past ook wel gewoon achterin, met de bank plat. Ik wil natuurlijk meteen fietsen, op die nieuwe fiets. Dus vandaar met de bus heen.
Sinds ik weer fiets ben ik, buiten het daadwerkelijk zelf fietsen, ook erg met fietsen bezig. Ik kijk veel filmpjes op Youtube over gravelbikes, bikepacking en langeafstandsfietsen. Waarom lange-afstandsfietsen? Als je op Youtube naar fietsen zoekt kom je natuurlijk in een zich snel sluitend net van allerlei fietsfilmpjes terecht. Zo vond ik bijvoorbeeld een mooie documentaire over een jonge vrouw die een race rijdt van Wenen naar Nice. Meer dan tweeduizend kilometer. ’The Three Peaks Bike Race’. De deelnemers mogen individueel hun eigen route maken, maar ze moeten wel drie bergen aandoen. Ze worden door de organisatie gevolgd door middel van een GPS tracker.
Die GPS trackers zijn ook door belangstellenden te volgen. Toepasselijk ‘dotwatchers’ genoemd, naar de stippen die zich voortbewegen over een landkaart. Kortom, het is een wereld op zich, dat ultra racen.
De vrouw, Jana, wordt gevolgd tijdens de race. De emoties volgen elkaar snel op. Pijnlijke handen van het lange leunen op het stuur. Want het is geen etappekoers, zoals de tour de France. Het is een doorgaande race en wie het eerst bij de finish is, heeft gewonnen (logisch). Daarbij moeten de deelnemers zelf bepalen hoelang ze doorrijden, waar (bushokje bv) ze slapen en hoelang. Ik vind het intrigerend om naar te kijken. Het is echt de moeite waard, denk ik, ook als je niet echt iets hebt met fietsen. De beelden op zich zijn al heel mooi en het is een menselijk verhaal met drama, verdriet en geluk: ‘Three peaks & in between’, heet de film van Stephan Wieser. Op Youtube dus.
Ik ben op tijd in de winkel. Ik wil nog een fietsbroek kopen. Een goeie deze keer. Een paar weken terug kocht ik een minder exemplaar. Mijn zitbotjes vallen net een beetje buiten de ‘zeem’ (is allang geen echte zeem meer). En zodra ik van de fiets stap begint de broek af te zakken. Nu maar een betere kwaliteit zoeken, met bretels. Dat lukt snel.
De bikefitting kan beginnen. Martin, de bikefitter, schrijft diverse gegevens van mij in een programma, kijkt hoe mijn voeten staan, waar ze contact maken met de vloer. Hij kijkt naar mijn lenigheid (=afwezig). Hij meet de afstand tussen mijn zitbotjes. Enzovoorts. Ik moet ook een tijdje fietsen op mijn eigen fiets die in een trainingsapparaat staat. Zo wordt ik stapje voor stapje pas gezet. Ik vind het leuk en leerzaam. Hopelijk help het ook tegen diverse pijntjes die ik altijd wel krijg bij langere fietstochten.
Er worden nog wat accessoires gemonteerd en dan kan ik naar huis fietsen. De fiets rijdt heerlijk, ondanks de regen waar ik door moet. Ik ben benieuwd hoe het gaat op langere stukken. Ik denk dat mijn nek wel even zal moeten wennen aan de diepere zit, waardoor het wat meer moeite kost om vooruit te kijken. We zullen zien.
Oh ja, dat lange afstandsfietsen. Ik weet natuurlijk wel waarom ik dat leuk vind. Ik heb dat zelf ook gedaan, maar niet op deze manier. Ik nam de tijd en sliep gewoon iedere nacht op een camping (meestal) of in een motel/hotel.
Ongeveer 2000 kilometer van Faro in Portugal naar Dax in het zuiden van Frankrijk.
Van Alkmaar naar Nimes, vlakbij de Middelandse zee, ongeveer 1700 kilometer.
En als grootste reis van Richmond in Virginia naar Portland in Oregon. Dat was 6900 kilometer in 11 weken. Ik kan me nu nauwelijks meer voorstellen dat ik dat gedaan heb, als ik naar de kaart van Amerika kijk. Wat een eind. Maar dat was in 1996, in de bloei van mijn leven…
Misschien kan ik nu af en toe eens wat tochtjes van een paar dagen maken. Kijken hoe dat gaat. Het is raar, zo opeens, maar ik heb steeds zin om te fietsen. En het gaat ook boven (mijn) verwachting goed.