Eén van de mensen die ik geportretteerd heb schreef het beter dan ik het kon uitleggen. Ze schreef dat ik met deze serie rouw een gezicht geef.

Ja, ik denk dat ik dat aan het doen ben. Ik wist het niet zo goed, ik wilde deze serie maken, maar het waarom bleef een beetje achter. Ik wil laten zien dat rouw doorgaat, ook als de rest van de wereld allang weer doordraait.

Alleen gaat het nog wat verder. Je leest vaak over statistieken, hoort erover als er iemand ziek is. Je hebt bijvoorbeeld tachtig procent kans om beter te worden en twintig procent om het niet te overleven. Dat klinkt best aardig. Je put er hoop uit. Het moet toch wel gek gaan als juist jij door die kleinere kans getroffen wordt.

Maar die twintig procent bestaat en vertegenwoordigt mensen die het niet gehaald hebben. En achter die mensen staan er nog veel meer die met de dood van die twintig procent moeten leven.

En die mensen spreek ik nu. Daar gaat deze serie over. Kansen en dood zijn misschien in statistieken te vangen, maar de mensen die dood zijn gegaan niet, het verdriet en de nabestaanden niet.

Het zijn allemaal individuen met ieder een verhaal. En geen makkelijk verhaal. Pijn, verdriet, angst, eenzaamheid, door moeten gaan terwijl ze eigenlijk stil willen blijven staan. Mensen met een gezicht en met iets te vertellen dat het waard is om gehoord te worden.

Statistieken ontmenselijken lastige zaken en daarom is het goed de mensen achter die statistieken te zien. Mensen, zoals jij en ik, die het moeilijk hebben.

En dit gaat natuurlijk niet alleen over percentages betreffende leven en dood. Ik schrijf daar nu over in dit blog, omdat de meeste foto’s in de serie daarover gaan. Maar het gaat over verlies in het algemeen, zoals ik eerder in mijn oproep al aangegeven heb. Verlies van werk, gezondheid, liefde, huis en haard.

Ik ontmoet mensen die aan de verkeerde kant van de statistiek terecht komen en diepe rouw ervaren door hun persoonlijke verlies.

Ronald

Linkjes:
Portretten van Rouw