Voor uitbreiding van mijn portfolio heb ik met Julia Zuurbier afgesproken dat ik haar enige tijd mag volgen bij haar dagelijkse bezigheden als danseres van ‘De Dutch Junior Dance Division’ in Den Haag (lees er in de blogposts Talent en Schoonheid meer over) . Op dinsdagochtend meld ik mij bij het Oude Europol gebouw aan de Raamweg in Den Haag. Hier resideert ‘De Dutch Don’t Dance Division’ van Rinus Sprong en Thom Stuart, oprichters en artistiek leiders.
Ze hebben hier aardig de ruimte met een grote hal, een ruime kantoorruimte cq. hang, lunch en werkplek en een soort gymzaal als oefenruimte. Boven zijn dan nog de kleedkamers die vroeger de werkplek van de tolken waren.
Julia leidt mij snel rond want ik ben een beetje laat door een treinvertraging. Ik maak kort kennis met Rinus, Thom en Sofie van de marketing. Over een paar minuten begint de ochtendtraining onder leiding van Thom. Oefeningen aan de barre. Voordat de training begint wordt voor de duidelijkheid even uitgelegd wie ik ben en wat ik kom doen. Daarna let niemand meer op mij en dat is precies wat ik prettig vind. Ik zit of sta ergens langs de kant en ik maak foto’s van Julia. Ze laat niet blijken of ze het ongemakkelijk vindt. Misschien merkt ze het niet eens want er is toch wel wat concentratie nodig voor de oefeningen, ook al heeft ze die waarschijnlijk al duizenden keren gedaan.
Ik heb geen verstand van ballet en dansen. Vroeger, toen het nog bij de opvoeding hoorde om op stijldansen te gaan, ging ik niet. Eén van de weinige daden van verzet tijdens mijn pubertijd. Ik schijn wat gemist te hebben maar dat idee heb ik zelf nooit gehad. Maar nu ik hier zit zie ik de mooie dingen van ballet, de sierlijke bewegingen, de subtiliteiten in een choreografie. Dansen is erg fotogeniek, maar dat idee had ik al.
Er wordt ook met kleding gedanst die gedragen wordt tijdens de komende periode met de voorstelling ‘Dancing Lane’. Behalve mee gedanst wordt er ook mee geëxperimenteerd. Julia had al gezegd dat ik op een gegeven moment de zaal even zou moeten verlaten. Omdat de jongens niets onder hun doorschijnende bovenkleding dragen bij één van de dansen, zouden de dames dat ook proberen. En om mij niet geheel duidelijke redenen mag ik daar niet bij zijn. Nee hoor, geheel terecht dat ze daarbij niet zitten te wachten op een fotograaf. Dus ik ga maar een broodje eten. Al na een kwartier mag ik terugkomen. Experiment mislukt. Het geeft teveel afleiding…
Op dag twee ben ik er ’s middags bij de doorloop van de hele voorstelling. Er zijn twee dames bij voor de kostuums en Pink is erbij omdat hij de techniek gaat doen. Hij moet weten hoe de voorstelling in elkaar zit. Hier zie ik dingen die in het theater niet te zien zullen zijn. De dansers kiezen allemaal een plek in de hal waar ze alle kleren die ze aan moeten op volgorde naast elkaar. Het dansen is nog tot daar aan toe maar het verkleden blijkt pas echte topsport te zijn. Rinus, die de verschillende dansen aan elkaar praat en zelf ook een choreografie mee danst, is vandaag ziek. Dus Thom improviseert stukjes tekst tot de dansers weer op de vloer staan en Julia dans alleen met twee stoelen, in plaats van met Rinus en twee stoelen. Ze kan het ook alleen. Het stuk heet Chanson en is op muziek van, oorspronkelijk, Jaques Brell en in het Nederlands van Herman van Veen: Ik hou van jou (Liefde van later). Dit is het moment dat Julia mij weet te ontroeren. Het is prachtig.
Op dag drie ga ik pas ’s avonds aan het werk. Het is de avond van de generale repetitie in ‘Het theater aan het Spui’. Ik mag erbij zijn en daar ben ik blij om. Bij een voorstelling zelf is het lastig foto’s maken, bij de generale is er genoeg gelegenheid. Het enige waar ik om moet denken is dat ik niet voor de lens moet gaan staan van Hans Oostrum, de fotograaf die de publiciteitsfoto’s maakt van De Dutch Dance Division. Hij en zijn stagiair zijn vanavond ook aan het werk. Het is mooi om de voorstelling nu bij mooier licht te zien waarbij de kleding goed uitkomt. Het meeste heb ik door de zoeker bekeken maar dat geeft niet. Ik krijg nog de kans om alles rustig te zien als ik in Heerhugowaard naar de voorstelling ga, gewoon, voor een avondje uit.
In gezelschap deze jonge dansers voel ik mij drie dagen oud, onhandig en vooral stijf. Maar als ik op donderdagavond het theater uitloop voel ik ook hun energie, schoonheid en lichtheid van bewegen in mijn hoofd. Het voelt goed.
Gaat dat zien, zou ik zeggen: Agenda