Van net iets boven Alkmaar naar Eindhoven rijden, op een maandagochtend Het leek mij niet zo’n goed idee. Ik besloot om op zondagavond die al kant op te gaan. Slapen in een hotel vlakbij waar ik zijn moest. Ik merkte dat ik dat er wel wat geld voor over had om stressvrij, voorzover ik dat kan zijn, op het ZZPfestival te arriveren dat Patty Golsteijn had georganiseerd.

Een aantal weken hiervoor had zij mij gebeld met de vraag of ik iets zou willen doen, daar, op dat festival. Ik kom wel foto’s maken gedurende de dag, had ik al snel geantwoord. Maar een paar dagen later dacht ik er anders over. Ik had gezien wat andere ‘sessiegevers’ gingen doen en ik wilde ook wel iets anders naast het fotograferen. Begin september had ik een ‘Talk’ gegeven op een evenenment dat ‘Talks About Photography, heette. Voor het eerst van mijn leven sprak ik voor een zaal met 150 mensen. En ik was blij dat het voorbij was.

Maar met de vraag van Patty in mijn hoofd leek het mij toch een goed idee om het nog een keer te doen. Alleen, ik had een talk van 10 minuten die ik vanwege de zenuwen in 7 minuten kon vertellen. Deels uit mijn hoofd, deels van papier. Dus ik stuurde een nieuw formuliertje naar Patty met de mededeling dat ik, naast het maken van een sfeerreportage, ook wel mijn verhaal wilde vertellen. Ik moest aangegeven hoelang ik nodig had. Overmoedig noteerde ik 45 minuten.

De tien minuten versie was erg kort om een verhaal te vertellen, eerder, maar het lukte wel. Een goeie oefening in dingen schrappen (Cut the Crap). Maar juist hier, bij het festival van Patty, ging ik de lange versie vertellen. Bij de geschrapte tekst zat nog wel het een en ander dat het vertellen waard was.

Dus op zondagavond rij ik naar Eindhoven. Prima rit van een uur of twee. Vlak bij het hotel ga ik iets te snel linksaf en beland op een busbaan. Geen bus te zien gelukkig en via een kleine berm weet ik te ontsnappen. De laatste honderd meter verder geen problemen gehad.

Ik voelde mij wel een wereldreiziger. Een praatje houden op een festival en de avond ervoor al op reis gaan en in een hotel slapen. Dat beeld strookt natuurlijk weer niet met het Netflixavondje dat daarna volgde, maar het gaat om het idee. De volgende ochtend ontbijt op de bovenste verdieping. Zicht op een mooi zonnetje en een strakblauwe lucht. En op hijskranen en een parkeergarage, maar zelfs die zagen er mooi uit in de zon.

Seats2meet Eindhoven bleek 2 minuten lopen, nog dichterbij dan ik dacht. Sterker nog, tijdens mijn ontbijt had ik de hele tijd tegen het gebouw aan zitten kijken terwijl ik dacht dat het daarachter stond.

Ik trof Patty in de centrale ruimte. Leuk om haar weer te zien. Al heel snel werd het steeds drukker. Gelukkig waren er ook een aantal bekenden hier. En mijn camera is makkelijk om mij een beetje achter te verbergen. Na een welkomstwoord van Patty begon het evenement. Er was geen gebrek aan sprekers en workshops. Daarom kijken er ook zoveel mensen op hun telefoon in mijn reportage. Want via een handige app kon je goed bijhouden hoever het programma gevorderd was en waar en bij wie je moest zijn voor het volgende dat je wilde zien of horen.

Ik bleef zelf een beetje rondhangen in de centrale ruimte. Sprak met een aantal mensen, en maakte wat foto’s. Na de warme en lekkere lunch, waarbij ik praatte met een dame die een poezenhotel runde (ik ben haar naam weer vergeten), moest ik rennen naar de film van Beke Olyrhook. Ik had Beke eerder dit jaar op de foto gezet en toen hadden we het ook gehad over deze documentaire. Ik was benieuwd hoe hij geworden was. Ik kwam voor een dichte deur te staan. Durf ik nog naar binnen te gaan? Ja, vooruit maar, gewoon doen (zo gaat het de hele dag in mijn hoofd). ‘Hé Ronald’, zei Beke. En iets over dat ik het evenwicht weer herstelde. Er zaten ongeveer tien of vijftien vrouwen in de zaal. Het leek mij sterk dat ik in mijn eentje het evenwicht herstelde.

Daarna weer wat foto’s maken en mijn eigen sessie voorbereiden. Ik zat in een soort vergaderzaaltje. Ik zette de foto’s die ik wilde laten zien op een ezeltje op tafel. Zo kon iedereen ze goed zien. Er kwamen vijf mensen aan tafel zitten.

Ik pakte mijn verhaal op en begon te lezen (en dit is een beetje gevoelig punt voor mijzelf, dat ik het voorlas, maar dat is voer voor eens een apart blog). Het ging eigenlijk best wel goed, ik kreeg ergens onderweg een applausje, wat onverwacht was en aardig. En zodra ik de eerste foto omdraaide naar de mensen aan tafel, krulde hij bijna van het standaardje. Gelukkig reken ik vaak op van alles en nog wat en dus had ik een paar klemmetjes mee. Ik had alleen niet gedacht ze nodig te hebben omdat de foto’s thuis natuurlijk de hele tijd netjes bleven staan.

Mijn verhaal begon met een korte introductie over hoe ik fotograaf ben geworden, daarna vertelde ik over Marieke, mijn vriendin, over haar ziek zijn en wat dat met ons deed. En hoe haar dood leidde tot een fotografieproject dat ik maakte over kwetsbaarheid en wat dáár dan weer uit volgde. De foto’s die ik liet zien kwamen uit dat project. Je kunt het project bekijken in het magazine dat ik eraan gewijd heb. In dat magazine staan ook een interview met Mike Verbruggen en Michèle Sparreboom. En die interviews gaan over wat kwetsbaarheid voor hun (en ook voor mij) betekent. Wil je snel even naar het project kijken, klik dan hier, waar alle foto’s op één pagina staan.

We praten nog een beetje na. Er zaten twee broers aan tafel. De ene broer volgde de andere broer in wat hij had uitgekozen voor vandaag. Ze kwamen bij mij omdat het iets heel anders was dan wat er verder aangeboden werd aan sessies. Leuk en een mooie reden. Eén van de vrouwen vroeg bij het weggaan of ze mij een knuffel mocht geven. Zeker mocht dat, ik ben vóór knuffels. Lief vond ik dat.
Het was klaar. Ik ruimde mijn spullen op voor de volgende workshop van start zou gaan.

Ik ging bij Mike Verbruggen kijken, ik kon ontspannen zitten, nu ik het spannendste achter de rug had. Mike vertelde over het automatiseren van allerlei dingen op je computer. Zodat je meer tijd overhoudt voor andere dingen. Handig.

En daarmee zat de dag erop. Patty sloot af met een woordje, wij met een groot applaus voor haar. Alles was piekfijn geregeld.
Er volgde nog een borrel maar ik ging al snel naar huis. Ik moest nog een eind rijden.

Als ik ’s ochtends de gordijnen een stukje openschuif.